Door Shirley de Wit

Het laatste nieuws checken op je telefoon, cijfers invoeren van de laatste rekentoets, een tikkie betalen; digitale technologieën hebben een grote impact op ons dagelijks leven. Om mee te komen in onze digitale maatschappij is het belangrijk dat je niet alleen weet hoe je de digitale middelen moet gebruiken, maar ook hoe je dit veilig doet en hoe je de digitale wereld voor je kan laten werken. Digitale geletterdheid bestaat uit vier onderdelen namelijk ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking. In deze blog ga ik in op het verband van deze onderdelen met programmeren. Ook geef ik suggesties voor lessen gekoppeld aan digitale geletterdheid en programmeren. Mocht je meer willen lezen over digitale geletterdheid en hier leermiddelen voor zoeken dan is de website van SLO een goed startpunt.  

Voordat ik het verder ga hebben over digitale geletterdheid is het goed om nog even stil te staan bij het begrip programmeren. Voor de een is programmeren enkel het intypen van codes in een computer, voor de andere is programmeren ook het bedenken van het programma. In deze blog gaan we uit van het tweede: zowel het ontwerpen, aanpassen als creatie van het programma hoort bij programmeren.

Afbeelding

Bron: RaspberryPi

ICT-basisvaardigheden 

ICT-basisvaardigheden gaan over het kunnen werken met computers en begrip hebben van wat computers en computernetwerken eigenlijk zijn. ICT-basisvaardigheden zijn belangrijk om te hebben voordat je gaat programmeren. Hoe kan je werken aan deze vaardigheden? Denk naast het geven van instructie over de handeling ook aan opdrachten zonder computer (unplugged) over de werking van computers en netwerken. Leuke voorbeelden zijn het knutselen van je eigen computer (onderbouw PO) en het naspelen van een netwerk (vanaf middenbouw PO). 

Informatievaardigheden

Informatievaardigheden gaat over het kunnen zoeken en gebruiken van informatie waarbij je kritisch kijkt naar de betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Om online informatie te zoeken gebruik je een zoekmachine. Deze zoekmachine gebruikt een algoritme om te bepalen welke zoekresultaten je ziet en in welke volgorde. Een algoritme is een soort recept waar alle stappen in staan die het programma doorloopt en is daarmee een belangrijk programmeerconcept. Je kunt kennis over programmeren dus inzetten om informatievaardigheden te versterken. Er zijn verschillende lessen over algoritmes te vinden, bijvoorbeeld via Kennisnet (PO) en de module Algoritme van De Baas Op Internet (bovenbouw PO en onderbouw VO).

Mediawijsheid 

Mediawijsheid houdt zich bezig met de impact van de digitale wereld op de maatschappij. Wanneer je een programma gaat maken is het belangrijk stil te staan bij deze impact. Wat als iedereen jouw programma gaat gebruiken? Welk probleem lost jouw programma op en zitten er ook nadelige risico’s aan? Het stil staan bij deze vragen helpt bij het maken van verantwoorde programma’s, die (mogelijk) meer impact hebben. Je kunt een vraag over maatschappelijk belang een vast onderdeel maken van een programmeeractiviteit. Ook kun je programmeren goed gebruiken als een verwerkingsopdracht op dit onderwerp. Laatst heb ik een les gegeven waarin leerlingen (groep 8 PO) nadachten over de impact robots, sensoren en algoritmes op huidige beroepen. Ze maakte dit concreet door bij een zelf gekozen beroep een technisch aspect toe te voegen, bijvoorbeeld een brandslang die zelf kan detecteren waar de brand is en zo gericht kan blussen. Vervolgens gingen de leerlingen in Scratch een verhaal programmeren over het vernieuwde beroep.

Computational thinking

Computational thinking is het formuleren van een probleem en haar oplossing(en) zodanig dat een computer de oplossing(en) kan uitvoeren. Als we terug gaan naar ons begrip van programmeren eerder in deze blog zie je veel overlap tussen computational thinking en programmeren: we zijn bezig met het creëren van een programma of oplossing die vervolgens door een computer kan worden uitgevoerd. Experts zijn het niet volledig met elkaar eens of computational thinking hetzelfde is als programmeren, computational thinking onderdeel is van programmeren of andersom. Zeker binnen het basisonderwijs zou ik echter willen zeggen: als je bezig bent met programmeren werk je aan computational thinking en andersom. Er zijn veel verschillende manieren om aan de slag te gaan met programmeren. Een selectie aan materiaal is te vinden binnen de leeromgeving ‘Programmeren in het basisonderwijs’.

Digitale geletterdheid en programmeren zijn dus op meerdere manieren met elkaar verbonden; ICT-basisvaardigheden zijn handig te hebben voordat je gaat programmeren, informatievaardigheden kunnen versterkt worden door programmeervaardigheden, mediawijsheid draagt bij aan voor (maatschappelijk) verantwoordelijke programma’s en wanneer je werkt aan computational thinking werk je ook aan programmeervaardigheden en vice versa.