Categorieën
CodeWeek Nederland Leading teachers

2006 – Women Netart Award en Nomensland

Door CYM Simone van Groenestijn. Een korte terugblik op hoe het internet ook ooit was. Een plek van verbeelding, van écht nieuwe ideeën en van verbinden. Dankjewel Simone! Wil je meer over haar lezen of met haar in contact komen? Kan eens bij de Leading Teachers pagina voor alle contactgegevens! In dit blog gaat ze o.a. in op the Women Netart Award en Nomensland.

Het is 2006

Ik ben 32 jaar en woon intussen al 7 jaar in Oostenrijk. Ik ben een actief lid van de Linux Netart Community in Graz en ik doe veel kunstprojecten in Slovenië. Ruim tien jaar lang maak ik “internetkunst”. En sinds eind jaren negentig doe ik online samenwerkingen met kunstenaars door heel Europa, bouw ik online virtuele werelden en maak ik websites als kunstprojecten. Al die jaren begrijpen de mensen om mij heen niet zo goed wat ik nou eigenlijk doe, maar langzaamaan komt er steeds meer interesse in het nieuwe medium “het internet”. Iedereen begrijpt intussen wel dat ze er “iets” mee moeten, maar wat dan precies en op welke manier is voor velen nog best onduidelijk.

Het is de tijd waarin de grenzen tussen het voormalige Oost- en West-Europa, waarin ik ben opgegroeid, steeds meer vervagen. In mei 2004 treden onder andere Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Slovenië toe tot de Europese Unie. Decennialang stond er een hek tussen Oostenrijk en de omringende landen. Nu verdwijnen langzaam de grenscontroles tussen deze landen, er is nog slechts één grenscontrole noodzakelijk. De Oostenrijkse douaniers werken samen met hun Tsjechische, Slowaakse, Hongaarse en Sloveense collega’s. Als je de grens over wilt hoef je nog maar bij één loket je paspoort te laten zien. Er worden stickers geplakt op de grenshuisjes met de tekst “Doorrijden tot het volgende huisje! Alleen daar controle!” In december 2007 verdwijnen de controles helemaal en worden de grenshuisjes afgebroken of door kunstenaars veranderd in kunstwerken.

Niemandsland of Nomensland

Tijdens een workshop fotografie in 2004 in een dorpje ten noorden van Wenen werken we met het thema “Niemandsland”. Jarenlang werden de grenzen rondom Oostenrijk gekenmerkt door het IJzeren Gordijn, een brede strook land met een hek, dat Europa verdeelde in Oost en West. Het zijn enorme stroken land, van 200 meter tot soms wel 300 meter breed, waar het vroeger levensgevaarlijk was om je daar te vertonen. Het zijn stroken land die helemaal leeg zijn, waar “niets” was, letterlijk “niets”. Dit zijn de stroken land waar je doorheen moest als je probeerde te vluchten van Tsjechoslowakije of Hongarije naar Oostenrijk. Het was vrijwel onmogelijk om daar doorheen te komen zonder te worden neergeschoten.

Het Ijzeren gordijn

Na het verdwijnen van het IJzeren Gordijn zijn er ineens overal zones van zo’n 200 meter breed die helemaal leeg zijn en die opnieuw kunnen worden ingevuld. Wat doe je met al die ruimte in een gebied waar jarenlang niemand mocht komen? Op de grens tussen Oostenrijk en Tsjechië wordt een shopping center gebouwd en een stuk grensgebied tussen Oostenrijk en Slowakije wordt veranderd in een natuurgebied waar je kunt picknicken en kanoën. Er ontstaat een gekke situatie dat je het land Oostenrijk uit gaat, maar nooit het land Slowakije of Tsjechië binnen gaat. Je blijft in die enorme strook Niemandsland waar je ineens prima een dagje uit kunt gaan.

Van 2004 tot 2006 bezoek ik veel van deze plekken rondom Oostenrijk. Steeds ga ik op zoek naar de grens tussen de landen. Ik bouw een hele verzameling foto’s op, hele gewone foto’s, van een huis, een weg, een bos, een rivier, een voortuin. Wat al deze foto’s kenmerkt, is dat er op al deze foto’s altijd twee verschillende landen te zien zijn. Iedere foto laat een grensgebied zien, twee landen, twee plekken, die jarenlang streng van elkaar gescheiden waren.

800×600

Deze verzameling foto’s vormt het uitgangspunt voor een website waarin ik de foto’s omzet naar HTML-tabellen. Ik gebruik een transparante gif om de tabellen op maat te houden. In de begindagen van het internet was het heel gebruikelijk om je website te ontwerpen als HTML-tabel. Om zeker te weten dat de afstanden in iedere rij en kolom altijd hetzelfde waren gebruikte je transparante afbeeldingen, een “transparante gif”. Er bestonden nog geen smartphones waarmee je websites kon bekijken. Je kon er in die tijd redelijk zeker van zijn dat iedere bezoeker van je website in ieder geval een website op het formaat 800×600 kon bekijken. Met een HTML-tabel kon je je website perfect passend maken.

“Nomensland”


Al die foto’s en HTML-tabellen bij elkaar worden samen een kunstproject: “Nomensland”. (No Man’s Land met een typefout in de naam…) De HTML-tabellen vormen het werk. Als je de originele foto wil zien waar het werk op gebaseerd is, moet je op “view source” klikken. “View source” laat de code achter iedere pagina op het Internet zien. Met die functie, die in iedere browser zit, heb ik in de jaren negentig websites leren maken. Door bij iedere website die ik interessant vond de codes te bekijken en op die manier uit te zoeken hoe de pagina gemaakt was, ontdekte en leerde ik de codes die ik nodig had om mijn eigen websites te maken.

de “Marianne.von.Willemer Frauen.Netzkunst.Preis.06”

In oktober 2006 win ik een prijs met dit project, de “Marianne.von.Willemer Frauen.Netzkunst.Preis.06”. Marianne von Willemer was een actrice en danseres die bekend is geworden door haar relatie met Goethe en de gedichten die zij samen met hem schreef. Ze is een vrouw die altijd in de schaduw heeft gestaan van Goethe, zoals zoveel vrouwen toch altijd een beetje in de schaduw blijven staan. De prijs is een initiatief van de stad Linz en is bedoeld om vrouwelijke kunstenaars in Oostenrijk, die zich bezighouden met “net.art”, te ondersteunen en meer zichtbaarheid te geven. Ik zie het als een grote erkenning dat ik nu deze prijs in ontvangst mag nemen.

De prijsuitreiking vindt plaats in een tot de rand toe gevuld ARS Electronica Center in Linz. Ik heb voor deze avond een presentatie voorbereid waarin ik probeer uit te leggen hoe mijn winnende werk in elkaar zit, hoe ik een grapje heb uitgehaald in het project, doordat je, als je op “view source” klikt, in plaats van de HTML-code achter de pagina, de oorspronkelijke foto te zien krijgt. Ik probeer uit te leggen wat de relatie is tussen het gebruik van HTML-tabellen en de grenzen in Europa.

Het is helemaal niet de bedoeling dat ik hier aan de mensen in de zaal een snelcursus HTML geef. Er is een jazz-trio dat muziek speelt en er is een enorm buffet, helemaal gratis voor alle bezoekers die die avond in het ARS Electronica Center zitten. De avond is bedoeld voor de stad Linz om aan een groter publiek te laten zien dat zij vrouwen in de kunst en technologie ondersteunen. Stiekem hoop ik dat ik in ieder geval een paar mensen in de zaal enthousiast gemaakt heb om ook zelf aan de slag te gaan met HTML.

Ook het jaar van…

In datzelfde jaar doen Facebook, Youtube en Blogger hun intrede. Het is de start van Social Media, van het Web 2.0. Iedereen kan nu een gratis Gmail account aanmaken. Nog altijd is “No Men’s Land” een van de kunstprojecten waar ik trots op ben. Een project met een spelfout in de naam, een project waarin ik mijn liefde voor HTML kon vertalen naar mijn interesse voor Europa, een project waarin ik real en virtual met elkaar kon verbinden. Een project waarvan ik nog altijd hoop dat het ooit nog eens in een museum komt 🙂

Het is nu 15 jaar later. Nog altijd maak ik een foto als ik ergens een grens tussen twee landen overga. En nog altijd vind ik het bijzonder als ik gewoon zo door kan rijden, als een grens tussen twee landen niet meer is dan een bord langs de weg.

Afbeelding met persoon, binnen, staand, mensen

Automatisch gegenereerde beschrijving
De prijsuitreiking in het ARS Electronica Center – 12 oktober 2006
Afbeelding met tekst, monitor, schermafbeelding

Automatisch gegenereerde beschrijving
Totaaloverzicht op Nomensland

Het ijzeren gordijn

Afbeelding met gras, buiten, lucht, veld

Automatisch gegenereerde beschrijving
Bron


Bronnen

Ijzeren Gordijn

Categorieën
CodeWeek Europa CodeWeek Nederland Leading teachers

CodeWeek Ode to Code DanceOff

Op 18 september is de grote CodeWeek DanceOff met een Ode to Code! Wie zegt dat programmeurs (in spe) niet kunnen dansen? Op 18 september is de grote DanceOff. Met onderstaande informatie heb je een aantal aanknopingspunten om aan de slag te gaan. Er is o.a. een Scratch Les beschikbaar, veel audio- en videofragementen om veel plezier, lol en fun te hebben. We melden alle activiteiten aan bij de EU website, het zijn er ruim 300(!) geworden. Meer info over Make It Week van Brainport.

Categorieën
CodeWeek Europa CodeWeek Nederland Leading teachers Leren programmeren

Interview Felienne Hermans

Dit interview met Felienne stond eerst op CodeWeek.eu in het Engels.

Felienne is universitair hoofddocent bij het Leiden Institute of Advanced Computer Science aan de Universiteit Leiden, waar zij het onderzoek naar programmeeronderwijs leidt. Felienne is ook leading teacher van CodeWeek NL. Haar nieuwste boek is net uit! The Programmer’s Brain, over de gevolgen van programmeren op het brein.

De community van de EU Code Week had het genoegen Felienne te leren kennen tijdens het lanceringsevenement van de EU Code Week, waar we ontdekten dat het haar grote passie is om zoveel mogelijk mensen te leren programmeren en haar enthousiasme over dit onderwerp met anderen te delen.

Starten met programmeren

Voor Felienne was programmeren niet echt een keuze, maar een noodzaak. “Toen ik jong was, moest je programmeren om de computer iets te laten doen, zonder YouTube of internet, het allemaal uit boeken en samen met vrienden leerde”.

Feliennes herinnering aan het leren met haar leeftijdsgenoten vindt herkenning in de Code Week-community, waar duizenden leerlingen deelnemen aan Code Week. “Gelukkig gaat het tegenwoordig een stuk makkelijker voor mensen die aan de slag willen!” zegt Felienne, eraan toevoegend dat er nu veel bronnen beschikbaar zijn voor mensen van alle leeftijden die de codeer- en programmeerwereld willen betreden.

Felienne benadrukt dat het heel waardevol is om deze mogelijkheid al op jonge leeftijd voor kinderen open te stellen. Gebaseerd op haar ervaring “wanneer kinderen ouder worden, raken ze ontmoedigd, vooral meisjes. Ze denken dat programmeren niet leuk is, of niet voor hen, of dat ze het niet kunnen leren.”

“Hoe jong kinderen ook zijn, het is super waardevol dat ze op die leeftijd al zien hoe leuk, waardevol en leerbaar programmeren is.” Omdat ze zelf jongeren lesgeeft op een middelbare school, gaat haar mening over waarom deze ervaring in het curriculum moet worden opgenomen verder dan motivatie en betrokkenheid. “Programmeren is belangrijk en waardevol. Net als bij andere cursussen zullen sommige kinderen het leuk vinden en anderen minder enthousiast. Maar we moeten ervoor zorgen dat iedereen op zijn minst een basiskennis krijgt.”

Hedy door Felienne

Als onderdeel van haar werk creëerde ze Hedy, een vooruitstrevend hulpmiddel om kinderen te leren coderen. Volgens Felienne is Hedy geleidelijk, waardoor het niet nodig is om alle regels in één keer te leren. “De eerste paar levels hebben niet zoveel regels, dus je kunt gemakkelijk wennen aan het programmeren. Op elk niveau voegen we nieuwe regels toe, waardoor het aantal commando’s – de instructies voor de computer – dat je kent toeneemt.”

“Onze strategie met Hedy is om te laten zien dat je met coderen van alles kunt maken! Kunstwerken met een tekenschildpad, liedjes die de computer voor je kan zingen, of dagelijkse taken zoals het verdelen van de klusjes in huis. Iedereen kan programmeren!”

Categorieën
CodeWeek Europa CodeWeek Nederland Leading teachers Leren programmeren

Leren programmeren Leading Teacher Chris Dorna

In deze terugkerende blogserie over Leren programmeren vragen we aan de leading teachers om hun ervaringen te delen. Deze keer heeft Chris Dorna dit mooie stuk geschreven over het leren programmeren oa met de Texas Rekenmachine. Via de Leading Teachers pagina kun je contact opnemen met Dorna.

Het is 1978 als op de MTS een Apple II aankomt en docenten zich eromheen verzamelen. Als leerlingen zien we de verbazing van onze docenten als de versterkingsfactor van een transistorschakeling in een oogwenk is berekend. De Apple II heeft geen eigen scherm, maar wordt via de antenne-aansluiting op een gewone TV aangesloten. Op school hebben we alleen een zwart-wit exemplaar en een docent die in de buurt woont haalt thuis de kleuren-TV op. Om er mee te leren omgaan mogen de docenten de Apple om de beurt mee naar huis nemen. Als studenten hebben we het ding nooit meer gezien.

Texas Rekenmachine

Een jaar later begin ik aan mijn (tevergeefse) poging een HTS-diploma te halen en hier krijgen we het vak Programmeren. Voor een paar honderd gulden moet ik een programmeerbare Texas TI59 aanschaffen. Het intypen van een programma was een hoop werk en het was zaak alle regels er in één keer goed in te krijgen.

Texas Rekenmachine T159

Naast het werken op de eigen programmeerbare rekenmachine mochten we een half uur per week werken op één van de computers in de kelder van de school. Eigenlijk waren het geen computers, maar veredelde telexmachines die waren verbonden met een mainframe bij de universiteit in Utrecht. Input was een toetsenbord, output een rol papier en 5 minuten vóór de toegewezen computertijd was afgelopen kreeg je de kans om je programma op een ponsband op te slaan.

Het is met deze primitieve middelen dat ik heb leren programmeren. Er werd volop gewerkt met stroomdiagrammen en het was zaak om vooraf goed te bedenken hoe je programma eruit moest zien.

Programmeerprincipes

De programmeerprincipes zijn er ouderwets ‘ingeramd’ en daar heb ik nog steeds heel veel plezier van. De HTS was geen succes en toen ik een aardig betaalde baan had, schafte ik voor een vermogen een Atari ST520 (met muis, printer, floppydrive en monitor) aan en heb ook in mijn werk altijd op de een of andere manier geprogrammeerd.

Categorieën
CodeWeek Nederland Leading teachers

1995 – Mijn eerste keer

Door Simone van Groenestijn

Interrail

Het is augustus 1995. Ik ben 21 jaar en op Interrail door het voormalige Oost-Europa. Tijdens mijn reis bezoek ik naast Polen, Hongarije en Tsjecho-Slowakije onder andere ook Slovenië, een land dat dan net een paar jaar bestaat. In de jeugdherberg in Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, deel ik een kamer met drie anderen: een jongen uit Duitsland (20), een meisje uit Noorwegen (23) en een Amerikaan (22). Bij het ontbijt zegt de Amerikaan opeens: “You know what would be cool? If I could send an e-mail from Slovenia to my friends in the US!” Ik weet dan nog helemaal niet precies wat een e-mail is, maar ik vind het meteen een interessant idee!

Email

Ik ga samen met de Amerikaan op pad om te kijken waar we een e-mail kunnen versturen. We besluiten om het te proberen in een computerwinkel. Er zit een computerwinkel op Slovenska Cesta, niet ver van de jeugdherberg. De medewerkers van de computerwinkel adviseren ons om het bij de universiteit te proberen. Zij hebben zelf nog geen internetverbinding in de winkel. Het is niet ver lopen naar de universiteit. We komen uit bij de Faculteit Filosofie van de Universiteit van Ljubljana. Het is midden in de zomervakantie en er is bijna niemand in het universiteitsgebouw. In het computerlokaal zit één verloren student. Het is een student van een jaar of 35 uit Kroatië, de eeuwige student, die zelfs de hele zomervakantie door studeert. Hij wordt meteen enthousiast als wij uitleggen waarvoor we komen. “Jazeker kan dat!” Hij biedt meteen aan dat de Amerikaan wel een e-mail kan versturen vanaf zijn account. Hij logt in bij zijn account en laat de Amerikaan een paar zinnen typen. De e-mail vanuit Slovenië naar de VS is verstuur

“Wil je mijn website zien?” vraagt de Amerikaan. De Kroaat zit alweer achter zijn toetsenbord. “Ja hoor, wat is het adres?” De Kroaat begint al te typen. “www?” Hij kijkt vragend naar de Amerikaan. Hij heeft “www” al ingetypt. “Ja, www,” bevestigt de Amerikaan. Stomverbaasd sta ik te kijken. “Hoe kan die Kroaat nou weten dat ie ‘www’ moet typen,” vraag ik mij af, “die Amerikaan had nog helemaal niets gezegd.” “Ja, ja, ‘www’,” vervolgt de Amerikaan. “En dan ‘umich’ en ‘edu’ en ‘/~jeff’, slash tilde Jeff.” “umich, dat is de Universiteit van Michigan,” legt hij uit. “En ‘Jeff’, dat ben ik, dat is mijn pagina bij de universiteit.”

Het is een eenvoudige pagina met een foto erop en een stukje tekst. Het is de eerste website die ik zie. www.umich.edu/~jeff Ik heb het altijd onthouden.

Daarna is de Kroaat aan de beurt. Hij laat enthousiast de pagina’s zien die hij samen met een paar andere studenten gemaakt heeft. Het zijn allemaal pagina’s met foto’s van Oost-Europese politici. Ik ken er geen één van. Hij vindt de foto’s ontzettend grappig en vertelt bij iedere foto welke politicus het is en wat er zo grappig aan is. Hij gaat maar door en begint steeds harder te lachen.

We zijn alles bij elkaar misschien een half uur in het computerlokaal, maar ik heb het gevoel dat de Kroaat mij in dat half uur het hele Internet heeft laten zien, dat ik in dat half uur bijna alle pagina’s gezien heb die er op dat moment op het hele Internet te zien zijn.

Amsterdam

Terug in Amsterdam, een paar weken later, kan ik in het computerlokaal van de Rietveld Academie ook het Internet op. Er is daar één computer met een modem, waar ik meteen dagelijks te vinden ben. Een paar maanden later heb ik ook thuis toegang tot het Internet, heb ik zelf een eigen e-mail adres en heb ik mijn eerste eigen website online staan.

[email protected] is mijn eerste e-mail adres en www.desk.nl/~cym is mijn eerste website 🙂

Ljubljana

In de jaren daarna zal ik heel veel net-art en web-art projecten gaan doen in Slovenië. Ljubljana zal een belangrijke rol gaan spelen in mijn toekomstige loopbaan. Dat kon ik die ochtend in dat computerlokaal van de Universiteit van Ljubljana nog niet weten. Maar die ervaring van mijn eerste keer online, die ochtend in dat computerlokaal van de Universiteit van Ljubljana, is altijd een bijzondere ervaring voor mij geweest, die ik altijd heb onthouden.

Ik heb later nog wel eens geprobeerd de pagina van jeff bij Universiteit van Michigan op te zoeken, maar nooit gevonden. Misschien had ik de url toch niet helemaal goed onthouden 🙂

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De foto van het gebouw is van Matjaž Rebolj
Licentie: CC BY-NC
Bron: https://www.kamra.si/it/organizzazioni/item/oddelek-za-geografijo-na-filozofski-fakulteti-v-ljubljani.html

De foto met de reflectie in het raam komt van de website van de universteit:
https://www.ff.uni-lj.si/en

Bron foto: https://arheologija.ff.uni-lj.si/en/faculty

Categorieën
CodeWeek Europa CodeWeek Nederland Leading teachers Leren programmeren

Leren programmeren Leading Teacher Natasja Hoekstra

In deze terugkerende blogserie over Leren programmeren vragen we aan de leading teachers om hun ervaringen te delen. Deze keer heeft Natasja Hoekstra dit mooie stuk geschreven over het leren programmeren. Via de Leading Teachers pagina kun je contact opnemen met Natasja!

Computers in mijn jeugd

Opgegroeid in de jaren 70 en 80 heb ik van dichtbij mee kunnen maken dat er steeds meer gebruikt gemaakt werd van de computer en het internet. Als klein meisje was ik zelf erg nieuwsgierig naar hoe alle apparaten werkten. Ik deed niets liever dan alle apparaten uit elkaar te halen om zo te ontdekken hoe ze werkten. Zo ging ik aan de slag met verschillend gereedschap om een oud klein wekkertje te onderzoeken. Toen bleek dat het wel moeilijk was om een oud klein wekkertje weer in elkaar te krijgen als ik alle onderdelen los had gemaakt. Het lukte me niet altijd iets weer werkend te krijgen, maar dan had ik wel ontdekt hoe het werkte en welke materialen er allemaal gebruikt werden. 

Mijn neven kregen hun eerste spelcomputer (Atari) toen ik 9 of 10 jaar was en daar speelden wij heel veel uren Pong, net als allemaal andere spellen. Onze eerste (game)computer was de Philips MSX VG-8020. Je kon hier spellen op spelen door het spelcartridge boven in de (cartridge)sleuf, maar je kon ook een spel laden via een cassette. Natuurlijk moest je dan de juiste basic programmeercode weergeven om dat spel via de cassette geladen te krijgen. Ik kocht dan een MSX Computer blad en probeerde dan uren codes uit om verder mee te stoeien en uitproberen natuurlijk. Gamen is altijd gebleven, vooral Nintendo spellen (ik heb bijna alle Nintendo consoles), zoals Zelda en Mario Bros. zijn mijn favoriet.

Eenmaal aangekomen op de MEAO kon ik als extra vak computerles kiezen. Daarin heb ik geleerd om via basic een simpel programma (spel) te maken. Nog later kon ik als eindopdracht een eigen simpel boekhoudprogramma schrijven voor een zelfbedacht bedrijf. Al die kennis heb ik jarenlang laten liggen. Ik ben Maatschappelijk Werk gaan studeren, heb jaren in het jongerenwerk en de jeugdhulpverlening gewerkt. 

Digitale Geletterdheid

In 2016 ben ik gestart met het organiseren van ontdekmiddagen voor kinderen die van een uitdaging houden. De ontdekmiddagen stonden altijd in het teken van een thema passend binnen de Wetenschap en Technologie. Zo ben ik vanuit mijn eigen praktijk NatasUnik, NatasUnik Lab gestart, daarin gaan we aan de slag om samen te ontdekken, te experimenteren om zo verwondering teweeg te brengen. Procesgericht denken, kritisch denken, hogere orde denkvaardigheden, maar ook oplossingsgericht denken worden daardoor verder ontwikkeld. Door de samenwerking met Sandra Legters (Het Fluoriet)heb ik mij verdiept in Computational Thinking en de afgelopen 1,5 jaar heb ik tijdens de verschillende lockdowns verschillende Webinars gevolgd over Digitale Geletterdheid. 

Samen met Sandra Legters hebben we mooie workshops ontwikkeld op het gebied van Wetenschap & Technologie, gecombineerd met Digitale Geletterdheid, Culturele Erfgoed en Milieu. Ons nieuwste project (waarvoor we subsidie gekregen hebben van Make & Code en TechSoup) is onze online workshop: Maak een afvalsorteerspel. Mijn volgende uitdaging is om meer te weten over de micro.bit en over andere programmeertalen en programma’s zoals Scratch (nog verder uitdiepen), Blockly, Python, Minecraft education,  e.d.

Categorieën
CodeWeek Europa Leading teachers Leren programmeren

Challenge voor CodeWeek met Hedy!

Een paar weken geleden kregen we vanuit de CodeWeek EU organisatie de vraag of wij nog Challenge wilden ontwerpen. Of dat we iemand kennen die een Challenge kan ontwikkelen.

Challenge met Hedy

We vroegen Leading Teacher Felienne Hermans of zij nog een leuke Challenge kon bedenken. Natuurlijk op basis van Hedy, de door haar ontwikkelde programmeertaal. Hedy is een sleuteltaal, voor iedereen die de overstap wil maken van Blockly (zoals Scratch) naar een geschreven programeertaal. Hedy is ook goede start als je nog geen Blockly ervaring hebt en wilt leren programmeren. De taal ken verschillende niveau’s die op elkaar aansluiten. Daardoor wordt er specifiek geoefend met een vaardigheid, zoals dat ook bij leren lezen en schrijven het geval is. Een leerling begint niet met het analyseren van Goethe of een boek van Harry Mulisch, maar met losse letters. Een losse letter wordt geleerd en daarna volgt de volgende stap. Er komt steeds een beetje bij, als je leert met Hedy, in plaats van alle details over HoofdLetters (of Hoofdletters), haakjes, punten en puntkomma’s.

Hier zie je een afbeelding van een haunted house. Een spookhuis.
Haunted House, we bouwen een Challenge met Hedy!

Wat is Hedy?

Programmeren is lastig te leren. Niet dat het nou perse zo lastig is hoor! Maar je moet een hoop codes uit je hoofd leren. Net als bij leren lezen, moet je ook een hoop oefenen. Nu lees jij deze zinnen zonder problemen. Maar misschien weet je nog wel dat het in groep 3 nog lettertje per lettertje ging. Zo is het bij programmeren ook, met wat oefening kan het jou zeker lukken.

Het fijne van Hedy is dat Hedy een graduele programmeertaal is. Dat betekent dat je niet alle regels tegelijk hoeft te leren. Dat gaat namelijk stap voor stap. De eerste levels hebben nog maar weinig regels, zodat je rustig kan wennen aan programmeren. Ieder level voegen we nieuwe regels toe, en zo leer je steeds nieuwe commando’s. Commando’s zijn opdrachten die een computer kan lezen.

van hedycode.com

De Haunted House Hedy Challenge PDF kun je hier vinden. Het is een korte opdracht met een spookhuis. Na het doorlopen van de opdracht kun je natuurlijk ook verder met Hedy!

Categorieën
CodeWeek Nederland Leading teachers Leren programmeren

Leren programmeren Leading Teacher Franka Van Deursen

In deze terugkerende blogserie over Leren programmeren vragen we aan de leading teachers om hun ervaringen te delen. Deze keer heeft Franka van Deursen dit mooie stuk geschreven over het leren programmeren. Via de Leading Teachers pagina kun je contact opnemen met Franka!

Action Learning: Programmeren & zelfvertrouwen 

Geboren in 1978, viel mijn eerste kennismaking met de computer&games samen met de Commodore 64 van de buren. Ik was in die tijd zo’n typisch buitenkind. Het liefst samen met anderen aan het knutselen, tekenen, uitvinden, lezen of bouwen. Nieuwsgierig. Vaak aan het timmeren en zagen in de werkplaats van mijn vader, waar ik met allerlei gereedschap mocht leren werken.  De Commodore vond ik een magische uitvinding, maar van het woord programmeren -laat staan computational thinking- had ik in die tijd nog nooit gehoord. Ik had wel in de gaten dat de computer enorm veel mogelijkheden met zich meebracht, maar het zelf leren maken van zo’n virtuele wereld had niet direct mijn interesse. Ik bleef een samenwerkende maker en heb veel grote ontwikkelingen op het gebied van computertechnologie mogen meemaken, maar de echte interesse in programmeren kwam pas vele jaren later.  

Glas Bewerken 

Zo’n 16 jaar geleden, tegelijk met het leren bewerken, smelten en brandschilderen van glas werd dat vuurtje aangestookt door Miranda, mijn toenmalige duo-collega van school. We deelden samen een erg fijne bovenbouwgroep in het SBO. Zij en haar man waren puur voor de hobby gestart met glas bewerken en een webshop om de kosten te dekken. Uit enthousiasme gingen ze hun opgedane kennis met me delen.  Meteen was ik gegrepen. Glas is zo’n bijzonder materiaal. Je kunt er zoveel mee. Al doende ontdekte ik stap voor stap de eindeloze mogelijkheden van het programmeren van hitte om dat gekke, onbuigzame glas tóch naar je hand te kunnen zetten. De wereld van glas is klein en ook andere glazeniers en kunstenaars wilden graag hun kennis met me delen. Wat ik dan weer kon omzetten tot een nieuw idee om weer terug te geven. Dat gezamenlijk plezier in glas bewerken, innoveren met alle nieuwe technische mogelijkheden van die tijd en elkaar daarbij steeds vooruit blijven helpen…Inmiddels weet ik dat ik met Action Learning bezig was. Wanneer experts hun kennis willen delen en op hun beurt van anderen durven blijven leren, heb je een prachtige motor voor innovatie, dat was me wel duidelijk geworden. Het opkomende internet was daar een geweldig handig hulpmiddel bij. Dit had een goede wisselwerking met mijn werk als leerkracht op het SBO, want kinderen ontwikkelen zich ook enorm goed volgens het principe van Action Learning.  (Loftetglas)

Ontdek lab Prodas 

Ik had alweer geluk toen ik 8 jaar geleden Tessa van Zadelhoff leerde kennen. Zij had net het eerste Ontdeklab van Stichting Prodas op- en ingericht. Dit aan de hand van een scherpe visie op de toekomst en wat er aan technologie en bijbehorende mogelijkheden (en uitdagingen) aan zat te komen. Ik raakte als leerkracht betrokken bij het lab via media maken omdat ik een idee had geopperd voor een kinderprogramma voor en door kinderen. Van Tessa en haar bevlogen netwerk kreeg ik in het Ontdeklab op dezelfde manier de voorbeelden en ruimte om samen met collega’s en kinderen ervaring op te doen met het steeds groeiende aanbod aan nieuwe technologieën en onderwijskundige middelen. Dit alles om kinderen spelenderwijs 21e eeuwse vaardigheden te leren, digitaal geletterd te maken en hen beter voor te bereiden op hun toekomst. Omdat computational thinking ook een deel van het aanbod was leerde ik al doende de mogelijkheden van programmeren en computational thinking steeds beter begrijpen. Scratch, de Beebot, en codekinderen.nl waren voor mij het begin dat ik nodig had. Daarna volgde o.a. de Micro:Bit, Dash&Dot, Tinkercad en de 3D-printer, Build Your Own Robot, Lego Mindstorms en het maken van VR games in CoSpaces.  

Prodas

Spelenderwijs werd het programmeren geen doel op zich maar een gereedschap om doelen te bereiken. Prodas zag de meerwaarde en is blijven investeren in toekomstgericht onderwijs. Er kwam een Prodasacademie voor scholing, we kregen een tweede lab, een leenkistensysteem voor in de klassen, een innovatiefonds voor leerkrachten, een kinderraad en het kinderprogramma werd een kinderpersbureau.  

Verwondering

Verwondering en enthousiasme bij kinderen omdat jouw aanbod structureel past bij hun leef- en beleefwereld zijn de grootste beloning die je als leerkracht kunt krijgen. Kinderen groeien enorm snel als ze mogen doen wat simpelweg in hun DNA verweven zit: creëren. En dankzij de vooruitsnellende technologie is het aanbod waar je mee aan de slag kunt inmiddels zo ontzettend leuk, spannend, beeldend, creatief en veelzijdig geworden.  

Franka van Deursen  foto
Franka van Deursen 

Het hoeft ook niet altijd duur te zijn om een mooi structureel aanbod digitale geletterdheid op je school aan te kunnen bieden. Van unplugged programmeren en 1001 soorten (al-dan-niet zelfgebouwde) robots ontwerpen, tot een eigen digitale (VR)game of computeranimatie bouwen of een 21e eeuws gereedschap als een 3D-printer, digitale snijplotter of lasersnijder inzetten bij een gezamenlijk project waarin een werkelijk probleem moet worden opgelost. Alles is mogelijk en goed te integreren in je dagelijkse lespraktijk. 

Passend aanbod Digitale Geletterdheid

De focus in ons lab ligt inmiddels op het ondersteunen van onze scholen bij het aanbieden van een structureel en passend aanbod aan digitale geletterdheid op de eigen school. Een webshop voor de kinderen zelf is in de maak en Pauline Maas maakte me enthousiast om de online variant van CS50 te gaan volgen. We blijven op allerlei manieren de actualiteiten goed volgen om steeds aan te sluiten op nieuwe ontwikkelingen en technologieën. We blijven de samenwerking zoeken met en leren van externe partijen zoals Brainport, (plaatselijke) bedrijven en experts, lokale media, andere onderwijsstichtingen en culturele instellingen en Ontdeklabs. En natuurlijk evenementen als de Codeweek. 

Dit alles om kinderen producent te laten blijven van de snel veranderende wereld om hen heen en hen toe te rusten met vaardigheden om daarmee om te gaan. Dat geeft vertrouwen en legt een sterke basis voor de toekomst! Al doende leren kinderen bewust en verantwoordelijk omgaan met die oneindige mogelijkheden en alle grote uitdagingen die voor hen liggen.  

Veel plezier tijdens de Codeweek! 

Franka van Deursen 

Categorieën
CodeWeek Nederland Leading teachers Leren programmeren

Leren programmeren met CodeWeek Leading Teacher Ellis van Kemenade

In deze terugkerende blogserie over Leren programmeren vragen we aan de leading teachers om hun ervaringen te delen. Deze keer heeft Ellis van de Kemenade dit mooie stuk geschreven over het leren programmeren. Via de Leading Teachers pagina kun je contact opnemen met Ellis

Het was het jaar 1983

Mijn eerste kennismaking met een computer en programmeren stamt uit het jaar 1983. Mijn oudere broer studeerde elektrotechniek en kocht in 1983 een Commodore 64. In eerste instantie was ik enthousiast spelletjes aan het spelen uit het grote assortiment spellen die op cassettebandjes stonden. Dat was veel leuker dan de spelcomputer waarmee we alleen een spelletje tennis of voetbal konden spelen. Vrij snel daarna kreeg ik op het IHBO tijdens mijn opleiding Klinische chemie het destijds nieuwe vak computerkunde. Ik was meteen razend enthousiast en voor het eerst in mijn schoolcarrière behaalde ik uit enthousiasme een 10 voor een vak op mijn eindlijst/diploma. De eerste opdracht die ik maakte was een lottosimulator. Geweldig vond ik het en mijn eerste nieuwgierigheid was ontstaan. Daarna heb ik er helaas in verband met mijn werk waar we nog helemaal geen computers hadden een tijdlang niets meer mee gedaan. Eind jaren 90  moest het ziekenhuislaboratorium waar ik werkte geautomatiseerd worden en werd er een collega gezocht die interesse had om hieraan mee te werken. Ik had daar wel oren naar en kreeg de kans om hiermee aan de slag te gaan. I

n samenwerking met Philips heb ik diverse cursussen gevolgd in de programmeertaal MUMPS. Ongeveer 7 jaar ben ik hier werkzaam geweest en toen wilde ik graag de stap maken om kinderen op het Voortgezet Onderwijs te leren programmeren. Ik vond het enorm jammer dat leerlingen niet de kans kregen om kennis te maken met programmeren en computational thinking. Ik ging de tweedegraads opleiding tot docent ICT volgen en slaagde binnen 2 jaar en werkte tegelijkertijd al op een technasiumschool.

Na het behalen van mijn diploma ben ik gestart met een project waarbij leerlingen een drumrobot maakten met een arduino en een paar servo’s. Afgelopen jaren heb ik een leerlijn programmeren met de Micro:bit opgezet. Leerlingen gaan aan de slag met een Micro:bit die aangesloten is op een keyestudio en ontwerpen met behulp van een servo 180/360 en een IR en LDR sensor een robot. Een combi van creativiteit, techniek, elektronica en leren programmeren. Spelenderwijs en doordat ze een eigen keuze mogen maken wat betreft het robotontwerp gaan ze superenthousiast aan de slag en de twijfels over hun kennis van programmeren verdwijnt als sneeuw voor de zon, en wat zijn ze trots als de robot uiteindelijk werkt tijdens de eindpresentatie! 

Afbeelding met binnen, persoon, vloer

Automatisch gegenereerde beschrijving
Categorieën
CodeWeek Nederland Leading teachers Leren programmeren

Digitale Geletterdheid en Programmeren

Door Shirley de Wit

Het laatste nieuws checken op je telefoon, cijfers invoeren van de laatste rekentoets, een tikkie betalen; digitale technologieën hebben een grote impact op ons dagelijks leven. Om mee te komen in onze digitale maatschappij is het belangrijk dat je niet alleen weet hoe je de digitale middelen moet gebruiken, maar ook hoe je dit veilig doet en hoe je de digitale wereld voor je kan laten werken. Digitale geletterdheid bestaat uit vier onderdelen namelijk ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking. In deze blog ga ik in op het verband van deze onderdelen met programmeren. Ook geef ik suggesties voor lessen gekoppeld aan digitale geletterdheid en programmeren. Mocht je meer willen lezen over digitale geletterdheid en hier leermiddelen voor zoeken dan is de website van SLO een goed startpunt.  

Voordat ik het verder ga hebben over digitale geletterdheid is het goed om nog even stil te staan bij het begrip programmeren. Voor de een is programmeren enkel het intypen van codes in een computer, voor de andere is programmeren ook het bedenken van het programma. In deze blog gaan we uit van het tweede: zowel het ontwerpen, aanpassen als creatie van het programma hoort bij programmeren.

Afbeelding

Bron: RaspberryPi

ICT-basisvaardigheden 

ICT-basisvaardigheden gaan over het kunnen werken met computers en begrip hebben van wat computers en computernetwerken eigenlijk zijn. ICT-basisvaardigheden zijn belangrijk om te hebben voordat je gaat programmeren. Hoe kan je werken aan deze vaardigheden? Denk naast het geven van instructie over de handeling ook aan opdrachten zonder computer (unplugged) over de werking van computers en netwerken. Leuke voorbeelden zijn het knutselen van je eigen computer (onderbouw PO) en het naspelen van een netwerk (vanaf middenbouw PO). 

Informatievaardigheden

Informatievaardigheden gaat over het kunnen zoeken en gebruiken van informatie waarbij je kritisch kijkt naar de betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Om online informatie te zoeken gebruik je een zoekmachine. Deze zoekmachine gebruikt een algoritme om te bepalen welke zoekresultaten je ziet en in welke volgorde. Een algoritme is een soort recept waar alle stappen in staan die het programma doorloopt en is daarmee een belangrijk programmeerconcept. Je kunt kennis over programmeren dus inzetten om informatievaardigheden te versterken. Er zijn verschillende lessen over algoritmes te vinden, bijvoorbeeld via Kennisnet (PO) en de module Algoritme van De Baas Op Internet (bovenbouw PO en onderbouw VO).

Mediawijsheid 

Mediawijsheid houdt zich bezig met de impact van de digitale wereld op de maatschappij. Wanneer je een programma gaat maken is het belangrijk stil te staan bij deze impact. Wat als iedereen jouw programma gaat gebruiken? Welk probleem lost jouw programma op en zitten er ook nadelige risico’s aan? Het stil staan bij deze vragen helpt bij het maken van verantwoorde programma’s, die (mogelijk) meer impact hebben. Je kunt een vraag over maatschappelijk belang een vast onderdeel maken van een programmeeractiviteit. Ook kun je programmeren goed gebruiken als een verwerkingsopdracht op dit onderwerp. Laatst heb ik een les gegeven waarin leerlingen (groep 8 PO) nadachten over de impact robots, sensoren en algoritmes op huidige beroepen. Ze maakte dit concreet door bij een zelf gekozen beroep een technisch aspect toe te voegen, bijvoorbeeld een brandslang die zelf kan detecteren waar de brand is en zo gericht kan blussen. Vervolgens gingen de leerlingen in Scratch een verhaal programmeren over het vernieuwde beroep.

Computational thinking

Computational thinking is het formuleren van een probleem en haar oplossing(en) zodanig dat een computer de oplossing(en) kan uitvoeren. Als we terug gaan naar ons begrip van programmeren eerder in deze blog zie je veel overlap tussen computational thinking en programmeren: we zijn bezig met het creëren van een programma of oplossing die vervolgens door een computer kan worden uitgevoerd. Experts zijn het niet volledig met elkaar eens of computational thinking hetzelfde is als programmeren, computational thinking onderdeel is van programmeren of andersom. Zeker binnen het basisonderwijs zou ik echter willen zeggen: als je bezig bent met programmeren werk je aan computational thinking en andersom. Er zijn veel verschillende manieren om aan de slag te gaan met programmeren. Een selectie aan materiaal is te vinden binnen de leeromgeving ‘Programmeren in het basisonderwijs’.

Digitale geletterdheid en programmeren zijn dus op meerdere manieren met elkaar verbonden; ICT-basisvaardigheden zijn handig te hebben voordat je gaat programmeren, informatievaardigheden kunnen versterkt worden door programmeervaardigheden, mediawijsheid draagt bij aan voor (maatschappelijk) verantwoordelijke programma’s en wanneer je werkt aan computational thinking werk je ook aan programmeervaardigheden en vice versa.